Theatergroep La Tempé
Naast mijn opleiding aan Minerva startte ik mijn eigen theatergezelschap
(La Tempé). Op mijn zoektocht naar teksten werd ik getroffen
door Brecht, Botho Strauss, Beckett, Artaud (Theatre of Cruelty)
en vooral door de latere stukken van Harold Pinter, zoals Party
Time en One for the Road. Onderwerpen als machtsmisbruik, verbaal
geweld, miscommunicatie worden door deze schrijvers helder en
rechtstreeks beschreven. Vooral het absurdistische (geen werkelijke
verhaallijn, de geschiedenis van personages is van geen belang,
het onbevatbare van de wereld, taal vormt een barrière
om te communiceren) in de stukken van Pinter trok mij erg aan.
Het was een stroom van herkenningen van allerlei gevoelens in
mij (mijn eigen gevoelens van onmacht tegenover geweld, mijn
strijd tegen discriminatie). Voorts is het toneelwerk van Pinter
goed als montage-voorstelling te brengen, een regie-techniek,
waarvan ik graag gebruik maak.
Daarnaast leent het werk zich voor vermenging met andere disciplines
(zang, dans), en dat is iets wat ik aantrekkelijk vind. Je ziet
het ook steeds meer om je heen, dansers die acteren (Jan Fabre,
Keersmaekers, H*Art*Chaos) Ik laat een klassiek danser acteren
en een tenor dansen.
Face the Dead
De thematiek van Pinter in zijn toneelwerk en in zijn poëzie
komt sterk overeen met hoe ik bepaalde dingen in mijn omgeving
zelf meemaak, dat ik hem als een aanleiding heb gebruikt bij
mijn afstudeerproject op de academie. Zijn gedichten roepen vragen
in me op, die ik niet of juist wel stelde.
Death
(Births and Deaths Registration Act 1953)
Where was the dead body found?
Who found the dead body?
Was the dead body dead when found?
How was the dead body found?
Who was the dead body?
Who was the father or daughter or brother
Or uncle or sister or mother or son
Of the dead and abandoned body?
Was the body dead when abandoned?
Was the body abandoned?
By whom had it been abandoned?
Was the dead body naked or dressed for a journey?
What made you declare the dead body dead?
Did you declare the dead body dead?
How well did you know the dead body?
How did you know the dead body was dead?
Did you wash the dead body
Did you close both its eyes
Did you bury the body
Did you leave it abandoned
Did you kiss the dead body
Harold Pinter (1997)
Toen ik dit gedicht voor de eerste keer las kreeg ik beelden
van een gerechtelijk laboratorium, een koele ruimte, zowel qua
temperatuur als qua gevoelswarmte. Ik zag de lijkenbritsen /
onderzoekstafels staan met daarop ontzielde lichamen. Ik stelde
me vragen of ik op de snijtafels lijken of body bags moest zien.
Zakken met de suggestie dat er een lichaam in zat. Van die zwarte,
glimmende sculpturen op een glanzend metalen snijtafel. Zou ik
één tafel nemen of meerdere. Waarom meer, één
dode is toch al indrukwekkend genoeg, één teveel?
Bij het hardop voor mezelf oplezen van het gedicht, werden het
ritme en het afgewogen aantal stanza van groot belang voor mijn
beeld.
Voor mij was de inhoud van het gedicht onontkoombaar. Dit laatste
woord is een sleutelwoord geweest bij het 'concept' en het opstellen
van de installatie. Het was onontkoombaar dat er echte ziekenhuislakens
gebruikt moesten worden en ze moesten via het ziekenhuis gewassen-gestreken
rechtstreeks op de snijtafels geplaatst worden. De lijkenbritsen
mochten qua vorm niet afwijken van het echte ziekenhuismeubilair.
De lucht, het geluid; ze dienen de realiteit een hand geven.
Zowat alle zintuigen zullen moeten meewerken om niet aan het
beeld te kunnen ontsnappen. In elk geval niet gemakkelijk. Aan
geuren kan onze neus niet te ontsnappen; het beeld moet in de
ogen een vaste plek krijgen; de stem van Harold Pinter. De voorbijganger
wordt uitgenodigd zelf de pauzes aan te brengen tussen de coupletten
(de stanza) van het gedicht van Harold Pinter. Zelf de ruimte
tussen de ene tekst en de andere tekst aanbrengen. Wat dat betreft
bouwt de bezoeker mee aan het tot stand brengen van het kunstwerk.
Het beeld is zo geworden, het gedicht ligt gezeefdrukt op zeven
lijkenbritsen in een geur van lysol en vergezeld van de stem
van Harold Pinter, die zijn gedicht voordraagt. Met deze installatie
ben ik naar Londen gegaan op uitnodiging van de Harold Pinter
Society en de installatie zou Pinter worden getoond.
Harold Pinter heb ik daar voor het eerst ontmoet en nogmaals
was ik onder de indruk van zijn persoon, zijn gedachtenwereld
en zijn reactie op de installatie. Tijdens onze eerste ontmoeting
heeft hij verteld dat hij het gedicht had geschreven naar aanleiding
van de dood van zijn vader. Bij de aangifte van zijn overlijden
werd hij geconfronteerd met de enorme bureaucratie die een overlijden
met zich meebrengt. Het is bijna te gek voor woorden, maar toen
ik in augustus/september 2000 meedeed aan een tentoonstelling
waar Face The Dead te zien was, is mijn vader onverwacht gestorven.
Het weekend na zijn overlijden moest ik naar mijn installatie
kijken hoe ze erbij stond, of de lakens schoon waren, lysol aanvullen
in de geurmachine en dergelijke. Ik heb toen wel heel diep de
uitwerking van het gedicht en mijn eigen beeld gevoeld. De installatie
had al veel waarde voor mij en kreeg op dat moment nog meer waarde,
omdat het nu een deel van mijn leven representeert. Mijn verdriet
over het verlies van mijn vader werd enigszins verzacht. Gelukkig
had mijn vader in februari van datzelfde jaar de installatie
kunnen zien. De gesprekken erover kan ik me nog goed herinneren.
Hij vond het idee van het anonieme sterven een verschrikking
en deed hem denken aan de jongens uit het het Jappenkamp die
zonder enige familie of vrienden in hun nabijheid door de Jappen
in totale afzondering zijn doodgeschoten en pardoes in de rivier
zijn gekieperd.
De bedoeling was om in totaal 7 installaties te maken mede
ter gelegenheid van de 70ste verjaardag van Harold Pinter. Getallen,
aantallen, cijfers hebben in mijn werk een belangrijke waarde.
Ook ben ik gevoelig voor rituelen, tradities, vieringen. Misschien
wel omdat we dat in Indonesië gewend zijn.
Helplessness
Bij het gedicht Daylight, een heel vroeg gedicht van Pinter had
ik allerlei associaties.
Daylight
I have thrown a handful of petals on your breasts.
Scarred by this daylight you lie petalstruck.
So your skin imitates the flush, your head
Turning all ways, bearing a havoc of flowers over you.
Now I bring you from dark into daytime,
Laying petal on petal.
Harold Pinter (1956)
Hij schreef dit toen hij verliefd was op zijn eerste vrouw,
een mede lid van de troupe waarvan hij als acteur deel uitmaakte.
In eerste instantie zag ik als beeld een kip die kaal wrd
geplukt. Veertje voor veertje (blaadje, petal) zou de (zou ik
voor een levend dier gaan kiezen om de wreedheid tot het
uiterste door te zetten) kip geplukt worden. Dit zou gedaan worden
door een persoon in een smoking of een net donkergrijs pak met
krijtstreep in een zeer uitgelezen omgeving. Min of meer te vergelijken
met het toneelbeeld van Wesp in de laatste productie van Herenleed.
De 'verliefdheid', de zorgzaamheid, waarmee de verzorgingsstaat
zijn burgers omarmt, blijkt een dodelijke omhelzing, een verliefdheid
die leidt tot op het bot kaal plukken. De burger ontwaakt door
het schelle licht van de werkelijkheid. Hij beseft dat de Staat
bloemetjes en zoet geurende blaadjes om zich heen strooit. En
over hem en zijn medeburgers om zo Zijn onderdanen in De ijzeren
greep van Zijn gareel te houden. De Staat ontpopt zich en neemt
de gedaante aan als de Thief in Greenaway's The Cook the Thief
His Wife and Her Lover. Geweldadig, bruut en meedogenloos gaat
hij tekeer als hij de levende kip verder plukt. Hij ontsteekt
in razernij als het plukken steeds moeilijker gaat. Hij rukt
en trekt de laatste veertjes uit de huid. Uiteindelijk pakt hij
met het gezicht van een blij kind de berg veren die voor hem
ligt en strooit de veren in een wolk over hem heen. Deze film
was qua voorbereiding een eind gevorderd en zou als een video
worden toegevoegd aan mijn examenwerk. Helaas moest de acteur
afhaken die gecast was (het was te weinig heftig voor mij en
ik vond het maar een slap aftreksel van wat ik voor ogen had)
en ik had geen tijd om voor januari nogmaals te casten, een crew
samen te brengen en de film te shooten. Maar deze scene komt
er.
Bij het lezen van poëzie krijg ik dikwijls meerdere uiteenlopende
beelden van hetzelfde gedicht. Zo was dat ook bij Daylight. Het
gedicht Daylight bracht me zeker niet alleen in een sfeer van
romantiek.
Ik werd getroffen door het beeld in het gedicht van een persoon
die ligt (beneden) en een persoon die iemand '(weer) tot leven'
(Now I bring you from dark into daytime) brengt (boven). Verliefdheid
heeft iets ambigues. Situaties en gevoelens van ongelijkheid
en gelijkheid wisselen elkaar af. Er is soms een sterk verlangen
geadoreerd te worden met het gevaar niet meer jezelf zijn, een
toenemende afhankelijkheid, een beperking van je vrijheid.