|
|
|
|
Raad en Burgemeester en Wethouders van de Gemeente Loppersum
Postbus 25
9919 ZG Loppersum.
Stedum, 28 juni 2002
Hierbij maken wij bezwaar tegen het afgeven van de sloop- en bouwvergunning voor het pand Weersterweg 1, waarvan de aanvraag is gemeld in de Ommelander Courant van 21 mei jongstleden. Reden voor indienen van het bezwaar is het ontbrekende beleid van de gemeente en het niet uitvoeren van bestaand beleid (zie punt 2). Beide leiden ertoe dat de burger zich in zijn woonomgeving niet beschermd voelt. Het is zinloos zich t.b.v. het aanzicht van een dorp of van de eigen woning in te spannen als er zo met karakteristieke elementen in het landschap wordt omgegaan. Bovendien wordt er met twee maten gemeten, de geloofwaardigheid van gemeente en Welstand staat op het spel.
Ons bezwaar richt zich op vier zaken;
1) Het verloren gaan van een beeldbepalend pand van cultuurhistorische waarde zonder dat mogelijkheden tot behoud zijn onderzocht
2) Het vervangen van een als karakteristiek bestempelde boerderij zonder te voldoen aan de daartoe in het bestemmingsplan buitengebied opgenomen eisen.
3) De plaatsing van een grote ligboxenstal dwars achter de boerderij, zodat ook om die reden het aanzicht wordt verstoord
4) De vestiging van een groot veebedrijf aan de rand van de bebouwde kom, met te verwachten licht- en geluidhinder.Indieners
Voor bezwaren 1 tot en met 3 tekenen een groep Stedumers die het aanzicht van deze plek heel belangrijk vinden voor het dorp.
Punt 4 is met name een aangelegenheid voor de omwonenden.
Familie Fokkema-Oldenhof
Familie GroenendalCorrespondentie-adres
E.F. Oldenhof
Weersterweg 12
9921 TH Stedum
ToelichtingAd 1
Over beeldbepalendheid van dit pand op deze plek bestaat geen verschil van mening. De vele in- en uitstappers van station Stedum, de mensen die hier voor hun plezier een fietstocht maken en vanaf het kleipad een mooi gezicht op de boerderij hebben, de mensen die het dorp in- en uitrijden, iedere dag vormt deze plek voor veel mensen een plezier om naar te kijken. Niettemin is verzuimd het aanzicht van het dorp op deze plek veilig te stellen. Er is geen beleid gestart ondanks de toezegging van de Wethouder in de raadsvergadering van 29-10-2001 en het gedane aanbod van Libau om dit op te starten. Nu beleid ontbreekt had ook invloed aangewend kunnen worden, breng het gevoel dat deze plek bij veel mensen oproept over op de koper. Ook dat is niet effectief gebeurd, waardoor de plannen geënt zijn geworden op nieuwbouw, en behoud niet is onderzocht.Ad 2
In het bestemmingsplan buitengebied wordt deze boerderij bestempeld als karakteristiek. Citaat uit het betreffende beschrijvende artikel
(p. 36 lid b) " met dien verstande dat bij de gebouwen aangeduid met "karakteristiek gebouw" ingeval van herbouw, verbouw en/of uitbreiding zoveel mogelijk wordt aangesloten bij de bestaande maatvoering; bij het stellen van nadere eisen wordt nadrukkelijk rekening gehouden met het (economische) gebruik van het gebouw. Einde citaat.
De tekening voor de nieuw te bouwen woning laat zien dat hier zowel fors breder (van 6 naar 9 m) als hoger (1 m) gebouwd mag worden. Ook de verhoudingen worden ingrijpend gewijzigd, van kop-hals-romp is geen sprake meer.
Het huis is t.o.v. de te handhaven schuur zeer fors, dat heeft ook Welstand aangegeven. Ook is de hals (ter breedte van een voordeur) te smal. Hier heeft de gemeente verzuimd de koper aan het bestemmingsplan en het advies van Welstand te houden. Op bijvoorbeeld Boelemaheerd is met het oog op deze bepaling de bestaande woning niet gesloopt. Er moest immers een huis met dezelfde maatverhouding weer worden gebouwd? Ook in Westeremden speelt een dergelijk voorbeeld. Daar leidt deze bepaling ertoe dat er alleen een huis van 3 m breed gebouwd mag worden.Ad 3
Door de voorgenomen dwarse plaatsing van de zeer grote ligboxenstal wordt het aanzichtsvoordeel van het behoud van de schuur teniet gedaan. In combinatie met het forse huis is het aanzicht aan alle kanten verstoord.
Een parallelle plaatsing met de huidige schuur is niet onderzocht. Voor de bedrijfsvoering hoeft dit niet ongunstiger te zijn en ook de nu gekozen ideale opzet van de stal zou kunnen voldoen. Dat de boomgaard plaats moet maken is met name voor de koper een nadeel. Het zicht vanaf de weg op de boomgaard is er immers niet. Wel zullen er dan enige hoge bomen moeten worden gekapt, waardoor de gebouwen niet meer door bomen worden gecompenseerd. Dat nadeel zal binnen een aantal jaren door nieuwe bomen kunnen worden opgevangen. Voor de nu zeer het aanzicht bepalende dwarse plaatsing is dat slechts gedeeltelijk het geval. Ook hier geldt dat een alternatief niet is onderzocht. De dwarse plaatsing zou een leuk plein aan de achterzijde opleveren. Dat is in Limburg te verdedigen, in Groningen is het aanzicht van de achterkant juist heel vaak het karakteristieke straataanzicht. Dat zou niet moeten worden verstoord. Complete sloop zou weleens een beter beeld op kunnen leveren. Met dit plan wordt het een pijnlijke herinnering aan wat er eens was.Ad 4
Een akkerbouwbedrijf kan in de gemeente Loppersum heel gemakkelijk naar een veebedrijf worden omgezet. Echter de huidige megabedrijven (waarvan Weersterweg 1 er eentje wordt) hebben een heel andere bedrijfsvoering dan het vroegere gemengde bedrijf, waar dit beleid op gebaseerd is. Dit levert te verwachten licht- en geluidsbelasting vlakbij de bebouwde kom. De wettelijke aan te houden grens van 100 meter wordt op 40 m na (stalmuur) bereikt. Met name de huidige felle verlichting van deze bedrijven (gelukkig nog niet algemeen) is belastend voor de omwonenden. Hiervoor zouden afschermende maatregelen moeten worden genomen. Ook beplanting kan gunstig werken voor aanzicht en geluidhinder. De wet verbiedt vestiging niet, maar in deze situatie zijn maatregelen om geluid- en lichtoverlast te beperken zeker noodzakelijk. Dit geldt ook voor afspraken over transportbewegingen. Een melding in het kader van het Milieubesluit is onvoldoende toetsing.